Als toerist in het buitenland

Mijn vrouw en ik waren voor het eerst sinds lange tijd toerist in het buitenland. Na jaren van ondernemerschap hebben we een keer tijd te ontdekken wat we precies als vakantie leuk vinden. Dus lekker toerist spelen en daarvoor naar het buitenland voor zon, eten, water en mooie omgeving. Naar het buitenland waar, zoals gezegd wordt, bediening nog een vak is en aanzien heeft. In tegenstelling tot Nederland in ieder geval. Wordt gezegd!

Als toerist ga je dus naar een ander land waar je te maken krijgt met een andere cultuur, vreemde omgeving, gebruiken en gewoontes waar je (meestal) de taal niet, minder of nauwelijks spreekt. Ook al spreek je de taal redelijk dan nog hebben autochtone bewoners door dat je een buitenlander bent. Op dat moment ben je voor de autochtoon ‘de ander’, de buitenlander, de toerist en dus de buitenstaander.

Als mens hebben we de neiging geaccepteerd te willen worden als we in een, voor ons, vreemde omgeving zijn en te maken hebben met ‘anderen’. We willen, als buitenstaander, net zo zijn als de ‘anderen’ bij wie we op bezoek zijn. Dat zorgt ervoor dat we een drang krijgen om geaccepteerd te worden. Om geaccepteerd te worden maken we als mens gebruik van handelingen die we als buitenstaander doen. Als buitenstaander doen we extra (overdreven) vriendelijk aan groeten bij binnenkomst en proberen we de taal te bemachtigen om zo te laten zien dat we het waard zijn om geaccepteerd te worden door de ‘anderen’. Het geaccepteerd willen worden proberen we vrij snel na aankomst door kleine, simpele woorden of zinnen uit te spreken. We beginnen met ‘alstublieft’, ‘dank u wel’, ‘goedemiddag’, ‘goedenavond’ in de taal van het land wat we bezoeken. En al snel beginnen we met korte zinnen: ‘twee witte wijn, alstublieft’. Stuntelend en stotterend, alles voor de acceptatie. Laten zien dat je moeite doet en geaccepteerd kan worden door de ‘anderen’ in het buitenland.

Bediening nog een 'vak'

Het buitenland waar, zoals ik hierboven schreef, bediening nog een vak is en waar bediening aanzien heeft. Maar heeft de horeca in het buitenland meer aanzien? Of geven we als buitenstaander de medewerkers meer aanzien door ons respect (extra) te tonen? Geven we als buitenstaander dus zelf het goede voorbeeld hoe te gedragen? Als buitenstaander in het buitenland komen we namelijk het meest in contact met de horeca. We groeten (extra) vriendelijk, zijn (extra) beleefd, proberen (extra) in de juiste taal te bestellen en geven de medewerkers (extra) respect. Het respect geven we de medewerkers omdat we ze nodig hebben en afhankelijk zijn van die medewerkers. De medewerkers in het buitenland zorgen er namelijk voor dat de bestellingen goed gaan, we niets tekortkomen en dat we niet (te lang) stuntelend en stamelend met de bestelling bezig zijn. Alles wat de bediening als grapje maakt vinden we grappig! En we maken ons beslist niet druk als ‘iets niet zo gaat zoals we het zelf zouden doen’. Alles om de acceptatie! Om na het bestellen weer te kunnen relaxen en snel weer met elkaar in gesprek te gaan of gewoon te genieten door rond te kijken.
Als gast geven we respect aan de ‘anderen’, en die ‘anderen’ zorgen ervoor dat we als buitenstaander, in een vreemde omgeving, gezien en begrepen worden. We hebben als buitenstaander in het buitenland niet zoveel keuze dan de bediening te accepteren en te respecteren als onze meerdere. Respect stamt uit het Latijn en is samengevoegd uit de woorden ‘re’ (weder/terug) en ‘specere’ (zien). Letterlijk betekend respect iets als terug-blik. Voor terug-blik heb je minimaal twee personen nodig (van Vlijmen, 2017). We willen als buitenstaander graag een terugblik van de ander. We willen (terug) gezien en gerespecteerd worden en daarvoor tonen we respect naar de ander. Dat respect tonen doen we door extra aardig, vriendelijk te zijn en proberen te spreken in de lokale taal.

Meer aanzien?

Heeft het horeca vak meer aanzien in het buitenland? Meer aanzien kan op de eerste plaats met de cultuur te maken hebben. Cultuur, of ‘dit is hoe we dingen doen’, heeft veel invloed op hoe we onze samenleving zien en hoe we met elkaar omgaan. Dus ook hoe we met horecamedewerkers omgaan. Maar is het alleen de cultuur in de landen die we bezoeken of helpt ons eigen respectvolle gedrag als buitenstaander (om maar geaccepteerd te worden) ook mee? Zijn we als buitenstaander uiteindelijk zelf verantwoordelijk voor hoe we behandeld worden door de ‘anderen’ omdat we zelf eerst respect tonen? Niet dat de bediening nu veel beter is in het buitenland. Hoewel ik wel meer zakelijkheid lijk te zien in het plaatsen van gasten aan tafel en meer structuur word je ook daar niet aangekeken als je drankje geserveerd wordt. Worden er fouten gemaakt met verkeerde gerechten enzovoorts. Niets ergs. In het buitenland word je af en toe aangesproken zodat je jezelf weer in de kleuterklas waant. Word je toegesproken met zekerheid, vleugje arrogantie, soms bijna stemverheffend en met overwicht wordt er verteld waar we moeten zitten en hoe we ons moeten gedragen. En dat accepteren we weer als buitenstaander waarbij we ons niet druk maken over iets ‘dat niet zo gaat zoals we het zelf zouden doen’.

Het aanzien van het horeca vak in Nederland verbeteren we vanaf meerdere kanten. Vanuit de horeca zelf door medewerkers meer te trainen, te begeleiden, op te leiden en daardoor zelfvertrouwen te geven. Vanuit hotelschoolopleidingen. Maar ook door gedrag, respect en aanzien naar de horecamedewerker toe vanuit de samenleving. Wat als we met net zoveel respect de bediening in Nederland benaderen zoals we doen als buitenstaander in het buitenland? In het buitenland waar we (extra) vriendelijk groeten, (extra) beleefd zijn, en de medewerkers (extra) respect geven.

Natuurlijk moet er vanuit de horeca ook een professionalisering komen. Die professionalisering lukt op de lange termijn beter als we respect geven aan horecamedewerkers. Respect tonen levert respect op en daardoor worden contactmomenten in de horeca weer veel fijner. Door fijnere contactmomenten krijgen medewerkers zelfvertrouwen en blijven zij langer in dit mooie vak. Trouwens, een fout maken is ook veel fijner als er respectvol mee om wordt gegaan. Meer respect over en weer zorgt er uiteindelijk voor dat de bediening weer de taak krijgt om ons te vertellen hoe we ons moeten en mogen gedragen bij het bezoek. Want dat vinden we als gast eigenlijk stiekem ook wel weer fijn.